Van SUM naar SOMONI en SOM - Reisverslag uit Doesjanbe, Tajikistan van Henny Broeders - WaarBenJij.nu Van SUM naar SOMONI en SOM - Reisverslag uit Doesjanbe, Tajikistan van Henny Broeders - WaarBenJij.nu

Van SUM naar SOMONI en SOM

Door: Henny Broeders

Blijf op de hoogte en volg Henny

03 Juli 2015 | Tajikistan, Doesjanbe

Buchara is een oase vergeleken bij Turkmenistan. Het is er net zo heet, een andere meer vochtige warmte, maar de omgeving straalt rust uit. Er staan terrasjes, het is een beetje toeristisch, maar zeker niet vervelend. Gewoon een leuk klein stadje met een behoorlijke geschiedenis. Dit stadje was een van de steden in de tijd van de zijde route. Deze route betrof meerde wegen maar Buchara was een knooppunt. Ik besluit om er nog enkele dagen aan vast te plakken hier .Even tot rust komen en mijn verhaal bijwerken. Dat is het nadeel als je met een groep bent. Je komt nergens meer aan toe, je moet op uur en tijd klaar staan en het groepsbelang gaat boven eigen belang. Was even wennen, wel lekker, maar alleen is ook heel prettig. Geen rekening te hoeven houden met anderen, je eigen plan trekken.

We hebben de laatste avond en ochtend nog samen, dan moet ik de Belgen los laten. Gaan ze het redden alleen? Komen ze niet in de problemen? Met pijn in het hart moet ik ze laten gaan. Na een week schep je toch een band weet je………….:)

Je merkt dat de sfeer beter is. Er is wat uitgesproken en eenieder doet er zijn ding mee. Het is weer gezellig. Ik merk voor me zelf dat ik er moeite mee heb. Ben aan het groepje gewend geraakt en het is natuurlijk ook wel heel makkelijk om in een groep een reis te doen. Je hoeft niet in je eentje alles uit te dokteren. We zitten al vroeg aan een pintje, de grens overgang heeft veel korter geduurd dan we hadden verwacht. Nadien wandelen we nog wat door het stadje. Het is toeristisch, maar niet te. Heerlijke ontspannen sfeer hangt er. De volgende ochtend is het relaxed. De Belgen willen pas in de middag vertrekken en het wordt dus een ochtend rustig aan doen.

Die avond zit ik na 9 dagen weer alleen aan tafel aan het water. Er is een terrasje aangelegd op het Lyabi Hauz. Dit is een natuurlijke bron, midden in de stad waar omheen allerlei oude gebouwen staan. Het is een gezellig pleintje. Ik zit er niet lang alleen. Een Spaans stel, schat begin 30, komt me vergezellen, Miguel en Lupe. Ik heb ze vandaag ontmoet. Hij zag mijn motor staan en wandelde het hotelletje binnen. Samen zijn ze op een Honda Transalp op weg, 6 maanden. Willen ook naar Mongolië. Het lijkt wel of iedereen naar Mongolië wil dit jaar. Ook een andere gast van het restaurant voegt zich bij ons. Het is een Oezbeek, Ruslan Razulov, die als reisleider werkt. Het gesprek wat volgt is in het Engels en Spaans, zeker goed om mijn talen weer eens bij te spijkeren. Het gaat voornamelijk over reizen, dingen die we gezien hebben, meegemaakt hebben en welke dingen we nog willen zien. Ook politiek en religie komt aan de orde. Heerlijke avond gehad. Ik had eigenlijk nog even aan mijn reisverhaal willen werken, maar ben pas na 12 uur thuis na de nodige glaasjes wodka. Dat is nu het mooie van reizen, mooie en bijzondere mensen ontmoeten. Leren van elkaar. Cultuur snuiven. Je wordt er rijker van, niet financieel, maar wel geestelijk.

De volgende dag besluit ik er nog maar een dagje aan vast te plakken. Ik had van alles willen doen, maar het kost een hoop tijd en af en toe is het ook wel lekker om even aan het water te relaxen. Die ochtend wordt ik door Ilena gemasseerd op mijn hotelkamer. Ze spreekt alleen Russisch. Voor het masseren maakt dat gelukkig niets uit. Het enige wat ze uit kan brengen is problem, problem. Mijn rug naast mijn schouderbladen zit muurvast. Motor rijden is niet de meest gezonde bezigheid voor je lichaam, zeker niet over de wegen waar ik over heen rijdt. Ze probeert het weg te masseren, maar ondanks alle inspanningen blijft het er in zitten. Het is een behoorlijk stevige massage. Nadien schrijft ze me nog een middeltje voor wat ik kan gaan halen bij de apotheek. Met spasiba neem ik afscheid van Ilena. Voel me weer als herboren maar zal er morgen waarschijnlijk wel last van hebben.

Die avond kom ik nog een Zwitser tegen. Hij is op de fiets vertrokken en wil richting Japan. Hij is inmiddels al 8 maanden onderweg. Heeft alles opgegeven en is in zijn eentje aan het reizen op de fiets. Zijn ouders zijn overgekomen en samen trekken ze een paar weken op. Dan gaat hij weer verder, net als ik richting de Pamirs.
Na wat heen en weer gebel ben ik er inmiddels achter dat deze gewoon open is. Alleen de grensovergang tussen Oezbekistan en Tadzjikistan zal ik ergens anders moeten doen. De grensovergang die ik wilde nemen is sinds 2008 dicht. Daar gaan de 7 lakes. Twijfelde al of ik deze zou gaan beslechten met deze zware motor, maar om nu 2 keer door de “tunnel of dead” te rijden lijkt me een beetje overdreven. Dit is een tunnel van 5 km lang, zonder verlichting, plassen met water en gaten waar je met de motor tot aan je assen in zakt. Vorig jaar heb ik deze tunnel gereden, een enerverende ervaring. Wilde dit jaar de pas proberen richting Dushanbe. Worden dus wat extra dagen in Oezbekistan. Ook geen probleem.

Aan het begin van de avond nog even een heel fijn skype moment gehad met mijn ouders. Je kan de opluchting op hun gezicht zien als ze mij in beeld krijgen. Ze maken zich behoorlijk ongerust over mij. Door dit contact wordt de ongerustheid wat minder.

Buchara waar ik de laatste dagen ben geweest is een klein stadje wat behoorlijk touristisch is. Niet te, je struikeld er gelukkig niet over de mensen. Er staan prachtige gebouwen, de minaret van Kalon die gespaard bleef, de Char Minar Medressa uit 1807 die op valt door zijn 4 torens die allemaal verschillend zijn. Het is een redelijk klein gebouw en alleen te bereiken via de smalle straatjes. Ook de Ark, een fort met hoge muren en kolommen is meer dan de moeite waard om te zien.
Kwam nog wel een Nederlandse groep tegen, maar net toen ik kennis wilde gaan maken kreeg ik weer kromme tenen. Wij Nederlanders willen toch ook altijd alles uit de onderste kan hebben, voor de laagste prijs. Wat een gedoe over een rekening van het eten, ze wilde ook allemaal apart betalen. Je hebt het dan over bedragen van nog geen 10 Euro. Maar nee, die 30 cent voor het brood hoorde niet bij mij, die was voor een ander. Ik krijg daar zo’n hangzak van, verschrikkelijk. Je schaamt je dan om Nederlander te zijn. Ondertussen nog even aan de hele groep vertellen dat je het goed gezien had en dat ze je in het buitenland altijd willen bedonderen. Laat gaan joh denk ik dan, 30 cent!!!! Blijf dan thuis.
Ik kom de zelfde groep nogmaals tegen in Samarkand. Ff een blokje om denk ik dan.
In Buchara vind je allerlei oude gebouwen waaronder een Minaret, de Char Minar. Dit is het enige wat overeind is blijven staan tijdens de veldtocht van Gensis Khan. Die maakte alles met de grond gelijk behalve deze minaret. Bij het aanschouwen van de toren viel zijn helm af en daarom besloot hij, dat als zelfs mijn helm afvalt bij het aanschouwen van een toren deze mag blijven staan. Verder was het natuurlijk gewoon een bruut. Heeft de hele stad uitgemoord en een gedeelte van de mensen werden hiervoor tot aan hun middel begraven in het zand, waarna hij er met zijn ruiters overheen reed. Behoorlijk gruwelijk allemaal.
Verder bestaat de stad uit een aantal mooie Madrahassen en andere oude gebouwen. Was een heel prettige plek om even tot rust te komen.
De laatste avond is er geen skype contact mogelijk. De datalimiet van het hotel is op. Zal ik waarschijnlijk wel aan mee gewerkt hebben met het uploaden van foto’s voor mijn blog.

Ik vertrek sóchtens al vroeg richting Samarkand. Het is al warm, maar in het steegje waar ik de motor kan optuigen schijnt de zon nog niet. Eerst nog even tanken. Er hoeft niet veel bij, er staan pas 130 km op te teller, maar de benzine in Oezbekistan is schaars. Ik kan ook alleen maar octaangehalte 80 tanken. Hopelijk heb ik in Samarkand meer geluk, want je motor gaat er niet beter van lopen. De weg naar Samarkand is behoorlijk saai en slecht. Er zijn stukken bij waar de snelheid echt een stuk naar beneden moet vanwege de kuilen en de belabberde staat van het asfalt. Ik kom de zelfde roadblocks tegen als in Turkmenisten. Ik mag iedere keer doorrijden terwijl de dienstdoende agenten me iedere keer nakijken. Vreemd he?
Samarkand is een grotere plaats en ook iets drukker. Maar in vergelijking met de grote steden die ik al eerder aan deed is Samarkand een dorp. Als ik via een kleine omweg door smalle straatjes eindelijk mijn hotel bereik en incheck staan ineens de Fransen, Christian en Mireillle op de stoep met hun zijspan. Zij hebben een aantal adressen van de Belgen overgenomen en dit hotel was er een van.
Snel even gedoucht en de stad in. Eigenlijk is het veel te heet om te lopen, maar ik heb een berehonger en trek in een koud biertje. Daarna nog even naar de Medressa’s gelopen vlak bij het hotelletje, de Tilla-Kari uit 1660, de Sher Dor uit 1636 en de Ulugbek uit 1420. Ze staan bij elkaar met een grote binnenplaats in het midden.
De gebouwen hebben menig aardbeving overleefd, maar je ziet dat de tand des tijds de gebouwen heeft aangetast. Men is dan ook druk doende om alles weer in originele staat te restaureren.
Mijn motor en die van de Fransen zijn inmiddels geparkeerd op een afgesloten stukje samen met 2 oldtimers van de eigenaar van het hotel. Wederom een perfect plekje voor de motor.
Ik voel me na het eten even niet zo lekker, waarschijnlijk toch te lang in de bakkende zon gelopen, te weinig gedronken en mijn darmen reageren er heftig op. De ontlasting is een soort bruin water, erg dun dus. Ben wel wat gewend op mijn reizen dus ik maak me nog niet direct zorgen. De volgende morgen is het gevoel weg maar de ontlasting gaat nog steeds soepel. Zeg maar poepen zonder duwen. Het rottige gevoel in mijn onderbuik is wel verdwenen. Geen probleem dus, gewoon even opletten met eten en drinken.

Als ik de volgende ochtend om half 6 wakker wordt sta ik op om alles weer in gereedheid te brengen voor de reis naar Tadzjikistan. Hier heb ik me al weken op verheugd. Na Turkmenistan, het toetje Oezbekistan de eindbestemming Mongolië is Tadzjikistan toch wel een land wat ik nog graag een keer wil zien. Nu een iets andere route als vorig jaar, dus ook weer nieuwe dingen om te ontdekken.
Blijkt het ontbijt niet klaar te staan om 7 uur. Had ik nog een half uur langer kunnen dromen van Jolanda….
Ik ga op weg naar de grensovergang bij Bekabad. Had gelezen op www. caravanistan.com dat deze grensovergang wel open was. Dat was hij ook, maar alleen voor mensen uit Oezbekistan en Tadzjikistan. Door 2 vriendelijke douaniers en een local werd me met handen en voeten uitgelegd dat ik richting Tasjkent moest rijden en dat ik na zo’n 45 km vanzelf een goede grensovergang tegen zou komen. Op mijn kaart ook nog eens gekeken, maar daar was geen grensovergang te bekennen. Toch de raad van de heren maar opgevolgd. Als ik onderweg toch behoorlijk dorst krijg stop ik onder een van de weinige bomen die schaduw biedt en drink ik wat water. Nog een kleine 15 km en dan zou de grenspost er moeten liggen. I hope so….
Er stopt een man en die komt helemaal verrukt uit zijn auto. Hij is de eigenaar van alle landerijen die ik kan zien en hij nodigt me uit voor een drankje en een hapje. Ik leg hem zo goed en kwaad mogelijk uit dat ik toch echt wel de grens over wil. Ik weet niet hoe lang het duurt om eruit te komen, maar hier heb ik ook al voldoende indianenverhalen over gelezen. Wilde wel graag voor het donker mijn hotel bereiken. Hij wilde perse nog een selfie van ons beide. Wederom vergeet ik dit ook te doen met mijn telefoon. Zo heb ik al diverse ontmoeting vergeten vast te leggen op beeldmateriaal. Die ochtend als ik zin heb in een bakkie beland ik nog bij een alleraardigste man, eigenaar van een piepklein winkeltje en dito terrasje. Heerlijk bakkie oploskoffie op en geprobeerd wat te kletsen. Als ik de landkaart van de stan landen tevoorschijn haal en uitleg wat mijn bedoeling is ontstaat er toch een vorm van communicatie. Er komen mensen bij staan en stukje bij beetje begrijpen ze waar ik mee bezig ben. De een na de ander slaat de handen in de lucht en dan voor het gezicht. Ongelofelijk vinden ze het. Terwijl hun voorouders hetzelfde gedaan hebben door handel te drijven op de zijde route, die ik nog steeds aan het volgen ben. Heerlijke momenten die ik koester. Wat is reizen dan toch gaaf. Na nog een stukje meloen nemen we afscheid. Hij had een paar dagen geleden nog een aantal motorrijders gezien. Ik vertelden hem, “That where the red devils from Belgium”. Ben benieuwd of hij er iets van mee gekregen heeft. Ondertussen kauwde hij op een goedje waar je volgens mij behoorlijk high van wordt. Ik kreeg het ook aangeboden, maar liet deze kans aan me voorbij gaan. Motor rijden in deze landen is al een avontuur op zich, laat staan als je high bent.

Als ik na 15 km de grens bereik mag ik wederom direct door de poort na het invullen van 1 formulier. Volgende loketje wordt alles nog even afgestempeld en als ik 2 keer vraag, “is it done?” krijg ik ook 2 keer een bevestiging. Als ik het neutrale terrein op wil draaien en mijn paspoort nog een keer gecontroleerd wordt ben ik toch weer een loketje vergeten. Kwestie van spraakverwarring zullen we maar zeggen. Er moet in het paspoort ook nog een stempeltje gezet worden en dat gebeurt door een militair die dit keer wel mijn bagage wil zien. Verder alleraardigst, maar blijft een gedoe. Hij is geïnteresseerd in mijn energie snoepjes. Ik biedt hem en zijn collega er een aan. Hij vind ze lekker en wil graag een heel pak. Ja, daar kan ik natuurlijk niet aan beginnen. We zijn gekke Gerritje niet. Als hij alles gezien heeft en niks over mijn flairs en rookbommen zegt, wat een opluchting, mag ik alles weer inpakken en vergezeld van het laatste stempeltje Oezbekistan verlaten. Oftewel een controle van niks. Ik vraag me af of ze alles wel kennen. Er komt nauwelijks een toerist over de grens daar, dus of ze nu echt weten waar ze op moeten letten?
Aan de grens bij Tadzjikistan gaat het veel vlotter als vorig jaar vanuit Kirgizië. Dit keer geen omkoperij en ik ben dit keer ook echt door een soort ontsmettingsbak gegaan waar ik voor moet betalen. Aan de grens met Turkmenistan stond het wel op de rekening, maar net als de brug, geen badje gezien…
Het duurt wel lang, ik hoef zelf geen enkel formulier in te vullen. Het enige formulier had ik al ingevuld bij de eerste post in Oezbekistan. Een beambte neemt mijn papieren mee en na een half uur roept hij me om naar een ruimte te gaan waar zijn collega zit. Alleraardigste man die alles nog een keer in klopt in de computer. Ik moet bij elkaar 10 dollar afrekenen. Ik heb alleen nog een briefje van 50. Nu was 10 euro ook geen probleem. Ik was even benieuwd of ik daar nog iets op terug zou krijgen volgens de heersende koers. Tot op de Somoni nauwkeurig kreeg ik al het wisselgeld terug. Heerlijk als het ook een keer eerlijk kan. Na het laatste stempeltje was ik klaar om te vertrekken. Op naar Tadzjikistan. Nog geen 2 uur over gedaan en heel relaxed.
Ik vervolg mij weg en de eerste kilometers kom ik geen hond tegen. Er gaat maar 1 auto tegelijk de ambtelijke molen in en de grens over vanuit Oezbekistan en vanuit Tadzjikistan is er al helemaal geen animo om de grens over te gaan. Er staan ook geen tientallen vrachtauto’s te wachten.
Alleen op de wereld, geen hond op de weg de eerste kilometers, rijdend op een stuk asfalt richting Kusjand. Nu kost het we wel behoorlijk wat extra kilometers om daar te komen. De oorspronkelijke route was 260 km, nu moet ik er bijna 400. Gaat gelukkig goed met een 23 liter tank, maar toch. Ik had nog geen Somoni gewisseld en die paar die ik bij de douane terug kreeg waren natuurlijk lang niet voldoende om te tanken. Kon ik net 1 liter van betalen.

Mijn banden willen maar niet slijten. Kleine 10.000 km gereden en de achterband ziet er bijna als nieuw uit. De voorband heb ik laten zitten, maar ook daar is nog niks mis mee. Ben bang dat ik de banden nog een tijdje mee moet sjouwen op de motor. Ze zijn gesponsord door Strada Motoren uit Dongen. Aan zo’n sponsor heb je wat, levert tenminste goed materiaal. Net als de motor trouwens die nog steeds als een zonnetje loopt. In Turkmenistan kon ik ze een week in de auto van de begeleider leggen en het scheelt wel in handeling op de motor. Hopelijk heb ik niet te veel last van in de bergen. We gaan het beleven. Hey Pamirs, here we come………

Wat me opvalt als ik door de Stan landen reis is, dat de vrouwen over het algemeen in traditionele jurken lopen. Niet zoals de Zeeuwse dames bij ons in klederdracht met een spiegel aan iedere kant van hun hoofd, maar gewoon jurken in allerlei kleuren, vooral blauw en goud doet het goed hier. Goud staat natuurlijk goed bij de tanden. De meeste mensen hebben er hier hun gebit vol van staan. Misschien wel een soort ouwe dag voorziening, voor de kinderen.
De soms grote auto’s die je zag in Ashgabat kom je in heel Oezbekistan niet tegen. De grootst auto’s zijn een opel astra, tenminste de chrevolet variant er van. Meestal rijdt men in minibusjes of een Matiz. Ook gewoon met 4 mensen achterin als taxi. Wel zijn in al deze landen de auto’s schoon, echt schoon, inclusief de oude lada’s van 30 jaar. Zodra er iemand stopt en moet wachten op een passagier staat hij zijn auto te poetsen. Je kunt er in Tadzjikistan tenminste een bekeuring voor krijgen weet ik uit ervaring. Had onze begeleiding vorig jaar. Heel de dag geploeterd, tegen 12 uur s’avonds pas bij het hotel en nog een boete ook.

Als ik Kusjand verlaat rijdt ik eerste instantie nog in de vallei waar ook het plaatsje ligt. Maar al snel ga ik de hoogte in . Een heerlijk draaiende bergpas valt me ten deel. Perfect asfalt en een geweldig uitzicht. Langzaam aan gaan we steeds een stukje hoger. De omgeving wordt mooier en mooier. Blij dat ik weer terug ben in Tadzjikistan. Als ik de afdaling inzet herken ik een aantal dingen. Ik zie ver beneden in het dal een soort van oase. Op de bergen groeit niks, dus dat valt best op. Ik heb nu al zin in een slap bakkie koffie. De weg naar beneden is spectaculairder dan naar boven. Heerlijke haarspeldbochten, nog steeds redelijk goed asfalt, das lekker van de ene naar de andere kant hangen. Beneden in de oase aangekomen herken ik het weer. Ik bestel op zijn Russisch een bakkie zwarte koffie, met suiker. En ik had het goed uitgesproken, want er verschijnt inderdaad een kokend heet bakkie koffie en een schaaltje suikerklontjes. Ik ga met stappen vooruit. Na nog een 2de bakkie besluit ik om verder te rijden. Het is niet zo ver meer, maar de tunnel gaat niet zo heel snel.

Dan wordt ik door een agent langs de kant gezet. Ben al vaak door het oog van de naald gekropen, maar nu moet ik toch aan geloven schat ik in. Nu is de maximale snelheid op doorgaande wegen in Tadzjikistan 60. Deze strook asfalt waar ik op rijdt kan gerust een snelheid van 120 aan. Ik rijdt volgens de laser 89 km per uur. Ik zie de bui al hangen, dit wordt dokken. Ik heb wat Somoni weten te wisselen, maar ik denk dat dit een gevalletje dollars wordt. De agent komt naar me toe en laat de gemeten snelheid op het laserpistool zien. Als hij weer weg loopt naar een andere bestuurder die aangehouden is loop ik terug naar mijn motor om pen en papier te pakken.
Een charme offensief.
Ik loop naar een van de agenten en krabbel het getal 80 neer op papier. Ik gebaar daarbij, zo van ik dacht dat je hier zo hard mocht rijden. Hij grist de pen uit mijn handen en krabbelt het getal 60 op papier. Ik kijk hem aan en met een gezicht van, ja sorry dan heb je helemaal gelijk en ik berg het stukje papier en de pen weer op. De eerste agent komt weer naar me toe, laat het pistool nog een keer zien en wuift dat ik door kan rijden. Ik kijk hem nog eens goed aan, maar volgens mij meent hij het echt. Ik schud hem de hand, loop rustig naar de motor, doe mijn helm op en mijn handschoenen aan. Ik kan een glimlach bijna niet onderdrukker. 29km te hard en ik mag door rijden. Wat zijn Tadzjiken toch heerlijke mensen. Ik start de motor en geef langzaam gas. Ik verwacht eigenlijk nog een fluitje, zoals zo vaak zal ik het wel niet helemaal goed begrepen hebben. Nee, het is echt, ik wordt nog nagewuifd, nou ja er gaat een handje een beetje de lucht in.

Als ik mijn weg vervolg begint de weg toch iets slechter te worden. Aangekomen bij een brug sla ik rechtsaf als ik ineens terug gefloten wordt door een politie agent. Deze route is afgesloten. Ik moet recht door. Nu wil het geval dat rechtsaf de tunnel is en rechtdoor de oude pas. Dus geen tunnel vandaag maar gewoon de pas. Ook mooi….of?

De weg wordt slechter en slechter. Het asfalt is met tijden helemaal verdwenen en de weg blijft langzaam stijgen. Ik sta veel op de pedalen want zitten is geen doen op deze ondergrond. De motor stuitert heen en weer en buiten mezelf rijden er nog best veel mensen op deze weg. Ik wordt soms ingehaald en ook tegemoetkomend verkeer is er voldoende. Het nadeel is dat er regelmatig flinke stofwolken zijn waardoor ik de ondergrond niet meer kan zien. Mijn ogen zitten ook vol stof. Ik heb mijn vizier omhoog gedaan. Scheelt iets in het zichtvermogen. De weg is een afwisseling van zand, keien, stukje asfalt, modder en ik moet continu mijn route bepalen. Ik zwabber van links naar rechts en in mijn mond hangt een droge lap. Het is echt inspannend, maar ook heel gaaf. Ben alleen benieuwd hoe lang dit feestje gaat duren. Af en toe kijk ik wat verder vooruit en zie dat de weg ook aan de overkant van de bergen nog steeds omhoog kronkelt. Dan een claxon vlak achter me, ik schrik. Het is een auto die er langs wil en aangezien ik de hele weg gebruik om boven te komen waarschuwt hij mij dat hij er langs wil, een grote stofwolk achter latend. Hierdoor moet echt even terug in zijn 1 en soms stop ik ook maar even om het neervallend stof even af te wachten. De ravijnen naarst de weg worden steeds dieper en ik wil toch graag heel aan de andere kant komen. Af en toe stop ik om even wat te drinken en bij te komen van de inspanningen. Dan zie ik ook door wat voor een prachtige omgeving ik aan het ploeteren ben.
Er komt een kleine vrachtwagen aan, volledig omgebouwd tot camper met een Frans gezin aan boord. Ook een gave manier om te reizen. Ik kom hoger en hoger en rijdt dan ook tussen de sneeuw die langzaam aan het smelten is. Dit geeft verraderlijk gladde stukjes modder op de weg, extra goed opletten dus. Gaande weg wordt je toch wat overmoedig en gaat de snelheid iets omhoog. Kleine schrikmomentjes zorgen ervoor dat je toch weer even bij je positieven komt en de snelheid wat mindert.
Dan zie ik in de verte veel auto’s staan. Er zal toch geen eettentje boven op de pas zijn. Had er nu al zin. Aangekomen bleek het een landslide te zijn. Rotsblokken ter grote van een mini lagen op de weg en werden door een bulldozer het ravijn in geschoven. Ik was wel even blij met de rustpauze. Ik stuurde mijn motor naar het begin van alle wachtende auto’s. en voor ik goed en wel afgestapt was stond ik omringt door zo’n 30 man. Ik werd aangesproken door een Oekraïner in het Duits. Wat gekletst over ons beider plannen en hij nodigde me uit om vanuit Moskou naar hem te rijden. Nu wil ik de spanningen tussen Nederland en de Oekraïne niet verder aanwakker, maar ik bedank vriendelijk voor dit aanbod. 1 Van de Tadzjieken spreekt me in perfect Engels aan en fungeert als tolk voor alle andere aanwezigen. Hij vind het prachtig dat ik door het land reis en vind dat ik als gast natuurlijk als eerste de berg op mag om niet in een stofwolk van 30 auto’s te rijden, hij heeft dit al overlegt met de andere omstanders. Echt gaaf…..
Als mijn motor een stukje terug moet ivm nog steeds vallend gesteente wordt ik direct geholpen door een man of 6. Dan gaat het wel een stuk makkelijker op een schuine helling.
Net voor ik vertrek komt de Fransman van de kleine vrachtwagen naar me toe en vraagt waar ik een permit voor de Pamirs kan krijgen. Ik zeg hem in Dushanbe maar moet met “Sorry, I have to go” afscheid van hem nemen. Niet helemaal netjes, maar ik wordt door de wegwerkers gesommeerd om toch maar te vertrekken. Baal er een beetje van dat ik hem niet van meer info heb voorzien, maar ik heb nu een vrije weg voor me.
Dit is de laatste top en als er om heen draai zie ik de andere kant. Mijn mond valt open, wat is dit prachtig. Mooie besneeuwde bergtoppen. Ver beneden in het dal zie ik een klein dorpje liggen. Ook zie ik delen van de weg. Het duurt nog zeker een half uur voor ik er ben. De afdaling gaat over net iets betere paden dan omhoog. Maar duurt toch nog heel lang voor ik bij het kruispunt aan kom waar ik links af moet richting Dushanbe. Rechtsaf ga je richting het andere eind van de tunnel.
Het laatste stuk weg rij ik langs een wild stromend riviertje waar diverse grote huizen en hotels staan. Zomerverblijven van rijke Tadzjieken.
De pas heeft 57 km geduurd, hiervan heb ik 50 km op de pedalen gestaan en het heeft zeker 3 uur langere reistijd opgeleverd. Ik heb armen als bielzen en ook mijn voeten branden. Ik ben kapot.
Toch had ik het voor geen goud willen missen. Dit voelt als een cadeau, eerst de tunnel vorig jaar en nu de pas…..

Als ik Dushanbe binnen rijdt voelt het als een soort thuis komen. Ik weet nog veel dingen te liggen en rijdt vrij makkelijk naar de straat waar het apartementje moet liggen. De straat was geen probleem, alleen het appartementje vinden wel. Ik kom nergens huisnummer 32 tegen en gezien ik geer service heb op mijn telefoon kan ik Farid ook niet bellen. Ik vraag aan een aantal mensen waar ik nummer 32 kan vinden. Zij geven aan dat ik het telefoonnummer maar even moet belle. Als ik aan geef dat ik geen service heb gaat de man zelf even bellen. Hij blijkt geen beltegoed meer te hebben. Een omstander die het gevolgd heeft gaat zijn toestel halen en Farid wordt gebeld. Ik moet even wachten 2 gebouwen verderop, blijkt de Universiteit te zijn. Hij komt daar naar toe. Als ik mijn motor daar parkeer komt de man die gebeld heeft bij me staan. Bij 2 passerende dames knikt hij in mijn richting. We zijn het er samen over eens dat het leuke vrouwen zijn. Mooi is dat, zonder een woord van elkaar te verstaan toch dezelfde glimlach op de mond bij het passeren van een lekker ding. Als er nog een dame langs komt kijken we elkaar aan en beide maken we een gebaar dat deze toch wel een stuk minder is. Communiceren zonder woorden.
Dan komt Farid aangelopen, een jonge kerel die perfect Engels spreekt. Hij begeleid me naar de ingang van het appartement. Mijn motor heb ik recht voor het appartement geparkeerd aan de openbare weg. Het is een doorgaande weg, dus moet goed komen. Daarbij rijdt er in Tadzjikistan geen enkele motor, dus men weet ook niet wat men er mee moet. Als ik achter het gebouw kom waar de ingang ligt lijkt het alsof ik in een achterbuurt ben beland. Een gribus aan gebouwen en ook de entree en trappenhal doet meer denken aan een kraakpand dan aan een apartementencomplex.
Appartementje ziet er verder redelijk goed uit en ik heb zelfs internet. Er is in een jaar veel gebeurt in Dushanbe.

Als ik even snel een douche pak onder 3 stralen water ga ik de stad in. Heb mega dorst en honger en had ook niets in huis gehaald. Aangekomen bij voorheen de Engelse pub bleek het toch overgenomen te zijn. Niet erg, biertje smaakt nog steeds goed en vanavond eet ik eens een kipsandwich. Weer eens wat anders dan Kebab of plof. Dushanbe is een beetje vreemde stad. Ik zit midden in het centrum en hebt wel een aantal restaurantjes en winkeltjes, maar niet echt heel veel. Als ik terug loop naar het appartementje kom ik geen 1 supermarkt of winkeltje tegen. En bij aankomst bleek het winkeltje bij het appartement gesloten te zijn. Geen biertje meer voor het slapen, maar een bakkie Nederlandse koffie. Had voor noodgevallen wat meegenomen en dat kwam nu goed uit.

Morgen nog even de motor nakijken, ketting spannen en smeren, boutjes nalopen etc.
Dan op naar Kalaikum, de Pamir’s. Wat heb ik hier zin in. Voelt als een bevoorrecht mens om dit gebied nogmaals te bezoeken.
De volgende blog zal even op zich laten wachten. Ik heb waarschijnlijk in Kirgizië pas weer internet. Stay tuned folks.

  • 03 Juli 2015 - 14:33

    Monique Van Riel:

    Wat een verhaal weer Henny en wat maak je veel mee. Leuk om te lezen hoor. Ik zou het rete spannend vinden als ik daar in mijn eentje zou staan en je beheerst de taal niet. Succes verder jongen! Ik blijf je volgen............

  • 03 Juli 2015 - 15:31

    Walter:

    Leuke ontmoetingen, mooi verhaal. Hou vol!

  • 03 Juli 2015 - 15:57

    Rinus Van Riel:

    Alweer zo'n leuk bericht, het wordt elke keer langer ( Heb je nog genoeg A 4 tjes )
    Je moet jou ogen wel op de weg houden, maar zie je ook wild ?
    Henny nog 'n fijne werkvakantie
    Rinus van Riel

  • 03 Juli 2015 - 17:18

    Annie En Rini:

    Nou een heel verhaal Henny. Fantastisch wat je allemaal onderweg tegenkomt. Zo zie je maar dat ieder land z'n eigenaardigheden heeft en dat je met handen en voeten ver komt. Geniet met volle teugen en wij blijven je volgen.

  • 03 Juli 2015 - 18:29

    Jan Krijtenburg:

    Wat een prachtige reis en wat een leuk verslag om te lezen !

  • 04 Juli 2015 - 09:28

    Adrijan:

    he Hennus, weer heel wat meegemaakt lees ik net.
    Gaaf dat ik je deze week ook nog even telefonisch heb gesproken.
    Kijk uit, geniet er van en nog heel veel reisplezier.

    Grt Adrijan

  • 05 Juli 2015 - 00:05

    Danny:

    Hey Henny, wat maak je en hoop gave dingen mee zeg. Geniet ervan gozer!

  • 05 Juli 2015 - 20:51

    Rene:

    Hey Henny. Mooi om zo je reis te kunnen volgen. En wat n schijverstalent. Elke dagen verrassing. Geniet ervan! Grtz uit Dongen

  • 07 Juli 2015 - 12:02

    Eva:

    Buchara, Samarkand, Dushanbe, een niet nader genoemde tunnel ...brings back memories ....fantastische reis kerel die je maakt.
    De pas is dus ook een behoorlijk avontuur - net als de tunnel. Maar te gek dat je beloond wordt met prachtige uitzichten en mooie ontmoetingen. Wat zijn mensen toch vriendelijk - en wat zijn die Nederlanders dan toch een stelletje zeikerds. zo herkenbaar. Blij dat ik belg ben ;-)
    Geniet van de Pamirs !!! kan ik daarna meegenieten door je foto's en verhaal.

  • 07 Juli 2015 - 21:58

    Rente:

    :) :) :)

  • 07 Juli 2015 - 21:59

    Renate:

    :) :) :)

  • 14 Juli 2015 - 16:12

    Marco Hupkes:

    Prachtig Henny. Je schrijft leuk. Ik blijf je volgen. Heb het goed en groeten van je oude kamergenoot in India :-)
    Ik val net in maar wat voor motor? Wat voor banden?

  • 12 April 2017 - 23:03

    Lilian :

    He Hennie wat gaaf om al jou verhalen te lezen (eindelijk eens) over de route naar het oosten
    wat een mooie reis hebben we achter de rug he :)
    en wat is de wereld mooi he
    In je eentje is echt 10x stoerder en dapperder dan met zun 2!
    en wat leuk dat je schrijft over zoveel mensen die wij ook mochten ontmoetten, soms meerdere malen zoals Lupe en Ferran, Dimitri, de fransen op de bamboe fietsen, Gail en Savanne, Christian en Mirelle, Jonathan, Marko geweldig! Een aantal gaan we nog wel zien dit jaar op de Hubb of in Engeland op het adventure film festival
    Het is een wonder dat we elkaar niet vaker tegen kwamen onderweg, was wel leuk geweest
    groetjes en see you on the road
    Guido en Lilian

    PS
    we kwamen elkaar tegen in Pamir Hotel misschien herinner je je ons nog wel :)
    onze site is www.thereisnotry.nl

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Tajikistan, Doesjanbe

Henny

Actief sinds 29 Dec. 2014
Verslag gelezen: 782
Totaal aantal bezoekers 25880

Voorgaande reizen:

23 Mei 2015 - 01 Oktober 2015

The long way east

Landen bezocht: